donderdag 8 augustus 2013

Tonio

Na Ljibbe, Robby en Kiliaan Noppen is het nu de beurt aan Tonio. Weerborstels was al aan hem opgedragen, en ook een indrukwekkende serie gestorven kinderen van schrijvers wees erop dat Tonio kon sterven en daarna zou worden bezongen.

De dood van Tonio geeft zijn vader de gelegenheid zijn eigen verhouding tot de dood nader te verkennen. De dood werd eerst als een model van de realiteit überhaupt gezien. In het bewegingloze lichaam van Ljibbe (De gevarendriehoek) zag Albert een portret van zichzelf, en je kunt de hele roman lezen als betovering, vastleggen in bewegingloosheid. Weerborstels: Robby vlucht voor de politie, rijdt zich dood tegen een boom maar 'hij is niet dood'. En Kiliaan is het middelpunt van nederlagen, van de hanen en hun advocaat, nederlagen die tussenstapjes zijn op de weg naar de dood, de treuzelaar.

Alles nog onder controle, je moet gewoon de dood op de juiste afstand houden. 'Reddend oponthoud', zou Adri kunnen zeggen.

In zijn requiemroman Tonio wordt het lastig de dood nog te beleven als bestemming op afstand. Nu hij al heeft plaatsgevonden beweegt de roman zich noodzakelijkerwijs naar een nieuw doel. Troost mag dat niet zijn, je kunt niet volhouden dat het allemaal niet zo erg is als het ergste al gebeurd lijkt. Daar heeft Adri het volgende op gevonden: het ergste moet nog komen, en dat ergste komt aan het licht als waarheid, de waarheid van Tonio's dood die pas later tot Adri en Mirjam zal doordringen. En omdat dat sowieso gaat gebeuren kan Adri alleen maar accepteren wat er gebeurt. Maar omdat dat onverdraaglijk is, moet hij iets doen. Hij kiest ervoor onderzoek te doen naar de ware toedracht.

Is Adri een zelfingenomen kwast, een Oedipous of Narcissus? Dat zal haast wel als je dertig boeken over jezelf schrijft. Maar het is niet uitgesloten dat we zijn roman als suspense kunnen lezen. Het zelfvoldane ego is startpunt, maar hij moet ook ergens naartoe. Over de dynamiek van het boek ligt de zware suggestie dat ego Adri zich beweegt naar de ander, naar zichzelf als ander, naar de levende ander die hem nodig heeft (zijn vrouw Mirjam) en uiteindelijk ook naar de dode ander, Tonio, die nog even in leven gehouden wordt dankzij (en hier komt het zelfvoldane ego weer boven) het vuistdikke boek van de gevierde schrijver. De zelfvoldaanheid wordt gebruikt om Tonio als adressant van zelfgave te kunnen inzetten. Adri wil er wel de ziel en de hoop opnieuw voor uitvinden, ook al gelooft hij er niet in.

Naast dit tijdsperspectief is er ook een ruimtelijk perspectief. Adri was altijd al betrokken op de feiten, en kon hun schadelijke werking via magische bezweringen in zijn verhaal neutraliseren. Nu echter valt er weinig te neutraliseren, Tonio is en blijft dood. De bezweringskunst dreigt daardoor in de lucht te blijven hangen, Adri gelooft zelfs niet meer in zijn schrijverstalent, omdat zijn zoon is gestorven.
Zodoende zijn alle literaire betekenisgevingen van de eerdere romans uitgeschakeld: de magische bescherming van de driehoek, de vlucht vooruit en het offer van het gezin (zoals in Advocaat).

Er resteert toch nog zoiets als een superbetekenis. Hiervoor zoekt Adri steun bij Ben Jonson:
   Rest in soft peace, and, asked, say here doth lie
   Ben Jonson his best piece of poetry
Dat is echter onhoudbaar, want Tonio is niet zomaar een stukje poëzie. Daarom vervangt Adri dit element door de poging zijn zoon in proza levend te houden. En 'niet zodanig dat de mensen zouden zeggen: zijn beste proza... Maar dat ik ze, in wat voor stijl dan ook, een Tonio van vlees en bloed zou leveren.' (269)

Vlees en bloed in proza, dat is kort gezegd het verhoopte resultaat van de metamorfose.
Dat proza, daarvoor moet Adri zijn beste krachten inzetten. Dat kun je gerust aan hem overlaten, hij kan geweldig goed schrijven. Maar het mag weer niet te mooi worden. De belangrijkste reden om mooi te schrijven, Tonio zelf, als Adri's nazaat en toekomst voorbij de dood, is er niet meer.  De schrijver moet dus zijn best doen om de spanning vast te houden tussen vervolmaking en weerspiegeling van het gemis.

Daarnaast heeft Adri bedacht dat het 'levend houden' het beste wordt uitgedrukt onder verwijzing naar vlees en bloed. De antithese wordt de dominante onderliggende stijlfiguur. Televisie, computers, Facebook, schimachtige gestalten, ze zijn allemaal in strijd met het vlees- en bloedkarakter. Voortdurend worden de technische media gepresenteerd als verdraaiing van de essentie

Toch heeft Adri een aantal redenen om de beeldtechniek niet definitief te demoniseren. Tonio was getalenteerd fotograaf. Hij legde zijn vader graag het een en ander uit en die kon dat wel waarderen. Getuige de bekende foto op het boek. O ja, en nog iets. Zijn dood werd toevallig gefilmd door een bewakingscamera. Nu zou je een poging kunnen doen Tonio uit de greep van de techniek te redden. Maar deel van Adri's onderneming is nu juist dat hij leeft in naam van Tonio, om de pijn te voelen, een pijn die zal groeien totdat hij (met Mirjam) zelf sterft. En dan moet je dat ook helemaal doen, die inleving in Tonio en zijn wereld. Je doet het niet of je doet het helemaal.

Voetnoot
Hierin, in dat quasi-filosofische radicalisme, lijkt Adri enigszins beïnvloed door Mulisch. Die had geschreven: 'Als de uitschakeling van mijn bewustzijn mij al niet ontslaat van mijn pijn, dan is er weinig hoop dat mijn vernietiging voorbij zal gaan. Zij zal mij niet voorbijgaan. Zij zal mij nooit voorbijgaan, zij stokt in zichzelf, blijft steken in een voorgoed verstarrende wereld - er komt nooit een einde aan mijn einde: mijn vernietiging is eeuwig.' (420) En dit in reactie op Thomas Mann, de naamleverancier van Tonio, met zijn Tonio Kröger. Op Thomas Mann, de schrijver die niet eens naar de begrafenis van zijn zoon Klaus ging nadat die zelfmoord had gepleegd.

Met zijn leven in naam van Tonio en zijn eigen door Mulisch geïnspireerde radicalisme belandt Adri in een nieuwe tegenspraak. Het is Tonio zelf die hij - dan zitten we al in de epiloog - halverwege de zonsverduistering laat zeggen: 'Zo, nu wil ik er niets meer mee te maken hebben.' (628) Het zou kunnen zijn dat we hier zijn beland in de andere kant van het leven, de andere kant waarvoor Tonio zich bij uitstek interesseerde. Hier lichten betekenissen op die zich niet in een te doelgerichte benadering laten vangen. Tonio's opmerking getuigt niet van een gebrek aan interesse en nog minder van een gebrek aan levenslust, maar van een levenshouding waar de dingen niet tot en met hun vernietiging hoeven te worden gevolgd. Die levenshouding is prima verenigbaar met techniek en media. Achter zijn lens kan Tonio in alle rust naar model Jenny kijken.

Dit alles heeft Adri gezien en tot zich door laten dringen. Hij heeft het willen delen met zijn lezers, waarvoor hij niet genoeg kan worden geprezen. Hoe ongepast dat ook lijkt vanwege de schaamte van de schrijver. Maar laten we niet vergeten dat hij zijn schaamte kenbaar maakt en overwint.

De prijzing is dus verdiend. Toch blijft die tegenspraak me intrigeren, de tegenspraak tussen de Tonio die er halverwege uitstapt en zijn vader die all the way wil gaan. De tegenspraak tussen de techniek die alles opneemt en verdraait, en de waarachtige menselijkheid van vlees en bloed, de menselijkheid van kwetsbaarheid ten einde toe. De literatuur leeft van deze tegenstelling omdat die het vlees en bloed als stijl, op technische, ambachtelijke wijze, moet omvormen tot een monument. Een monument dat het vlees en bloed herhaalt, door zijn laatste tocht te herhalen: 'Maar het is niet meer dan een tocht zonder houvast door de tijd, een sentimental journey, een reconstructie, een lege herhaling.’ (355)

We hebben dan nog een paar honderd bladzijden te gaan. Maar het ergste hebben we al onder ogen gezien, dat het onderzoek zal uitlopen op een lege herhaling van Tonio's laatste tocht. Die lege herhaling moge wat teleurstellend overkomen voor wie vlees en bloed zoekt, Adri heeft de uitkomst hoe dan ook geaccepteerd en ondertekend. Dat geeft zijn requiem de dimensie van een literair monument. Omdat het herinnert aan de Tonio van vlees en bloed. En omdat het voor Tonio een bewonderenswaardig substituut biedt, een proeve van schrijftechniek. En de lezer, die zal het alleen met die laatste Tonio moeten doen.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten