donderdag 18 juli 2013

Hotel Savoy

Tommy Wieringa prijst Hotel Savoy van Joseph Roth. Wellicht las hij het al voordat hij zijn veelgeprezen Dit zijn de namen schreef. Ook Oost-Europa, ook iets met vluchtelingen, ook iets met gesloten omgevingen (groepen, het hotel), ook iets met Joden. Gelukkig prijst Wieringa Hotel Savoy niet al te uitvoerig, zodat er ook nog iets voor mij overblijft.

Het is een roman van mooie zinnen. Het maakt niet uit wat er gebeurt, het maakt niet uit wie er beschreven wordt. De karakters blijven onuitgewerkt, andere romans zou dat worden aangerekend, Joseph Roth (en ook Wieringa) niet. Integendeel, de karakters houden het midden tussen absurd, mysterieus, transparant. Zoals alle karakters, toch?

Je kunt zeggen: groep, gesloten omgeving, maar wat is het hotel nu eigenlijk voor Gabriel Dan, de hoofdpersoon en verteller? 'Dan' doet denken aan 'geschenk' en aan 'rechtvaardigheid', de Heimkehrer uit de oorlog zijn een 'geschenk' voor de bewoners van de stad, maar uiteindelijk is Gabriel de rechtvaardige omdat de bewoners als personages door hem gastvrij worden ontvangen, in zijn vertelling...; en Gabriel kennen we natuurlijk nog van Rushdies Satanic Verses, de boodschapper, en bij de joden/christenen de aartsengel...

Okee, maar opnieuw: is er gemeenschap in Hotel Savoy, en welke dan?
Nee, zegt Gabriel. De stakende arbeiders zeggen hem niets, hij is een koud mens, ook in de oorlog dacht hij alleen aan zichzelf, hoe vreemd het ook klinkt dat hij zegt: 'Ich ging über Leichen, und manchmal tat es mir weh, dass ich keinen Schmerz empfand.' (55, ed. Kiwi)
Gabriels revolutionaire makker en - kort hierna ook - kamergenoot Zwonimir pikt dit niet. Okee dan, er is gemeenschap, maar dan zeker niet voor iedereen, met iedereen, alleen met een paar uitzonderingen:
'Nicht mit Böhlaug, aber mit dem toten Santschin, der im Wäschedunst erstickt ist, und mit Stasia, mit den vielen von fünften, sechsten und siebenten Stock, die sich vor Kaleguropulos' Inspektionsbesuchen fürchten, ihre Koffer verpfändet haben und eingesperrt sind in diesem Hotel Savoy, lebenslänglich' (56)

De plot zal uitwijzen of deze inschatting juist is. Uiteindelijk gaat student Alexander er vandoor met meisje Stasia. Die kun je dus al afvinken. Ook de marxistische sympathieën met de losers van de bovenverdiepingen worden onhoudbaar als Gabriel secretaris wordt van miljardair Bloomfield, al blijkt die er alleen te zijn om het graf van zijn dode vader te bezoeken. De tyfus breekt uit, Bloomfield vertrekt, en dan gooit een revolutionair nog een handgranaat. De bewoners slaan op de vlucht.
Op de valreep blijkt nog dat de geheimzinnige Griekse directeur dezelfde als de liftboy is.
'Viele Heimkehrer hat der Tod im Hotel Savoy erreicht. Er hatte ihnen sechs Jahre lang nachgestellt, im Krieg und in der Gefangenschaft - wem der Tod nachstellt, den trifft er auch.' (104)
We schrijven dan 1924.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten