zaterdag 1 december 2012

Blackburn's Politeia

Bij Politeia denk ik meteen aan Plato, maar ook aan staatsvormen. Dan kun je wel zeggen: ideale staatsvormen, maar in elk geval iets dat ergens bestaat. Je ziet, het woord 'bestaat' draagt evenals het woord 'staat' iets in zich van de betekenis: overeind blijven. Het rare van Politeia is dat het aan de ene kant een boek is waar zelfs een vijand als Simon Blackburn niet omheen kan. Aan de andere kant zegt het boek van Plato zelf al dat er nergens een staat bestaat zoals die beschreven staat in De staat.

Blackburn laat zijn overdenkingen uitmonden in wat hij als hoogtepunt presenteert, een citaat: 'Het maakt trouwens niets uit of zo'n staat bestaat of ooit zal bestaan. Je zult je hoe dan ook met de politiek van geen enkele staat willen bemoeien, behalve dan met de politiek van déze staat.' (Blackburn p.143; Politeia IX, 592a-b)

Je kunt er met Blackburn de draai aan geven dat precies de gedachte van zelfbeheersing, die centraal staat in Politeia, een enorm historisch belang heeft. Dat belang maakt het tot meer dan alleen een gedachte-experiment. Je zou ook nog verder dan Blackburn kunnen gaan en het lezen van Politeia, wat haast automatisch - door de irritaties die het boek oproept - kritisch lezen wordt, zelf opvatten als een daad van zelfbeheersing, die de kern van rechtvaardige politiek uitmaakt. Dat verklaart misschien, zou ik zeggen, iets van het zelfverwijzende of tautologische van Politeia. Politeia lezen is de betekenis van Politeia.

Maar wat is Blackburn's Politeia? Hij begint en eindigt met het beroemde Whitehead-citaat, dat de Europese filosofie 'bestaat uit een serie voetnoten bij Plato' (Process and Reality, 1929). Blackburn herneemt die gedachte zo dat de betekenis van Politeia vooral schuilt in zijn vraagstelling, namelijk hoe we ons leven moeten leven. Niet de antwoorden en conclusies doen ertoe, maar de vraag zelf, de ene vraag.

Hebben we dan te maken met een Frömmigkeit des Fragens of minstens van de vraag, van deze ene vraag? Nee, het gaat Blackburn's Plato evengoed om een antwoord op deze vraag. Of wellicht ook om noch de vraag, noch het antwoord. Om iets dat ertussenin hangt, zoals het proces van Whitehead. Blackburn's laatste zin: 'In een tijd waarin de energiebronnen van de wereld opraken ... zou onze toekomst wel eens heel goed kunnen afhangen van de vraag of we in staat zijn een antwoord te formuleren op Politeia.'

Hiermee, met deze laatste zin, slaat de tautologie om in een zwartblakerende allologie, het 'statische' platonisme wijst naar zijn tegendeel, een aristotelisch dynamisme. De staat, dat wil uiteindelijk zeggen: ons bestaan, hangt af van ons in staat zijn.

In een boek waarin wordt beweerd dat niemand om Politeia heenkan, zelfs niet Blackburn zelf, kun je zijn conclusie op twee manieren lezen: ja, we zijn altijd al in staat tot een antwoord, dat bewijst nu precies de kracht van de vraag. En nee, we zullen nooit in staat zijn tot een antwoord, want een evaluatie van dat antwoord zou een bestaan voorbij het einde van onze tijd impliceren. En dat stond nu juist ter discussie.

Een volgende stap zou kunnen zijn om Politeia weer geduldig van kaft tot kaft te lezen. Die stap is altijd mogelijk, als iets waarmee je begint. Maar herlezen is ook onmogelijk, vanwege de enorme beladenheid van het boek, de talloze rampen die voortvloeiden uit de politieke experimenten. Blackburn leert ons dat Politeia lezen bovenal onvermijdelijk is. Ook in die zin zitten we opgezadeld met een proces.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten